28 december 2008

30 Minuten (deel 1)

Het is elf over elf. En het is zondagavond. En dat is allebei maar goed ook, maar daar kom ik nog wel op, denk ik. Het zit namelijk zo: ik heb op dit moment nog geen flauw idee waar dit me over - waarschijnlijk - een half uur gaat brengen. En daar heb ik zo mijn redenen voor. Ook daar kom ik, als het goed is, later nog op terug.

Maar laat ik vooral bij het begin beginnen. Niet dat dat anders kan, maar een begin is geen begin voordat iemand “... maar laat ik bij het begin beginnen” heeft gezegd. Dat is nu eenmaal één van die gemeenplaatsen die hun status als gemeenplaats inmiddels zodanig waarmaken dat men haast niet meer zonder lijkt te kunnen. Vergelijk het met iemand die niet kan gaan zitten zonder “Hèhè, ik zit” te verzuchten. Of met iemand die het, bij het afscheid nemen van een vriend of kennis, niet na kan laten om nog even “Doe de groeten aan die en die” te zeggen. En dat die ander dan, zonder die en die daarover te raadplegen, direct antwoordt met “De groeten terug”. Of met “Doe ik!”, maar je zult ze de kost maar moeten geven die dat dan vervolgens helemaal niet doen. Je zou er aan de bedelstaf van raken.

Hoe dan ook: het begin. En het daarbij beginnen. Wacht even, ik schenk even mijn glas bij. Als ik dat gedaan heb, en een slokje genomen - zo - ga ik precies dát doen. Ondertussen is het drie voor half twaalf. Ook op zondagavond natuurlijk. En dat is, wederom, maar goed ook. Wat is er immers mooier dan om elf over elf op een zondagavond (inmiddels dus alweer zeventien minuten geleden want de tijd staat niet stil, zo zit de tijd nu eenmaal in elkaar) achteraan in december met iets nieuws te beginnen? Al is het maar vanwege het genoegenschenkende gevoel van het voor zijn van je Goede Voornemens.

Iets nieuws dus. Iets nieuws zelfs dat in het gemiddelde Goede Voornemen niet had misstaan. Of bij het gemiddelde Goede Voornemen, weet ik veel. Waar het om draait is dat het normaliter een uitstekend Goed Voornemen had kunnen zijn. Gewoon, omdat het een bijzonder nobel streven is en daarbij lang niet altijd even gemakkelijk om vol te houden. Want: ga er maar aanstaan. Iedere dag, maar dan ook echt iedere dag, de tijd vinden - in je op dat moment al dan niet drukke leven - en je er toe kunnen zetten om het te doen. Een heel half uur lang. Zonder, of in ieder geval met zo min mogelijk afleiding. Zonder afleiding is natuurlijk zo goed als onmogelijk. En: wat is afleiding? Is doorspoelen naar een minder saai of juist minder zenuwachtigmakend nummer in iTunes afleiding? Is het inschenken van een nieuw (want tweede) glas whiskey afleiding? Of het drinken van een slokje water? Of zelfs het aanpassen van de uitlijning van je alinea’s? Ik weet het niet.

Negen over half twaalf. Nog twee minuten en dan zit de eerste aflevering van deze vingeroefening extraordinaire er weer op. Morgen verder, maar dan het liefst over een compleet andere boeg. Of ik ga zometeen nog even echt aan het werk, dat kan ook. Maar dat telt natuurlijk niet, daar blijft een mens zijn of haar Goede Voornemens niet mee voor. Dat zou ook niet eerlijk zijn.

10 september 2008

5 minuten op donderdagavond

hoe komt het toch
dat wat vroeger makkelijk
nu ineens niet meer
of hooguit nauwelijks

en als dat nou
dat wat toen nauwelijks of niet
nu ineens weer wel
maar nee
of nauwelijks

maar wel
wat vroeger niet
of maar tegen weinig
heel soms
nu vaker, makkelijker, bij meer
misschien daardoor ook wel minder